In dit seminarie staat de verhuur van onroerend goed centraal, zowel in het licht van de directe belastingen als van de btw.
- Betreffende de directe belastingen wordt bekeken aan welk belastingstelsel de verhuurder van onroerend goed onderworpen is. Deze verhuurder kan zowel een natuurlijk persoon als een vennootschap zijn. De huurder kan het onroerend goed gebruiken voor privé- dan wel voor beroepsdoeleinden. Al deze mogelijkheden komen aan bod.
- Op btw-vlak wordt eerst en vooral aandacht geschonken aan de btw-vrijstelling inzake onroerende verhuur en aan het Europees kader dat de grenzen van deze vrijstelling afbakent.
Met ingang van 1 januari 2022 is de aanbieding van gemeubeld logies uit de kleine ondernemingsregeling inzake btw uitgesloten (voorontwerp van programmawet). Er wordt nog slechts in één uitzondering voorzien, met name voor natuurlijke personen die aan de voorwaarden voldoen om in aanmerking te komen voor de bijzondere btw-regeling inzake de deeleconomie. U hoort welke voorwaarden dat zijn.
Tevens staan de sprekers stil bij de wet van 27 juni 2021 houdende diverse bepalingen inzake btw die, na het vernietigingsarrest van het Grondwettelijk Hof, het woord "gebruikelijk" met ingang van 1 januari 2022 opnieuw heeft ingevoerd, specifiek wat de deeleconomie betreft.
De uitsluiting uit de kleine ondernemingsregeling moet mede bekeken worden in het licht van de wijzigingen aan de wetgeving inzake de aan btw onderworpen vormen van verschaffen van gemeubeld logies. Die trad in werking op 1 juli 2022 (wetsontwerp houdende diverse bepalingen inzake btw). De nieuwe regeling wordt uitgebreid toegelicht. U komt ook te weten in welke gevallen er nog sprake is van een met btw belastbaar verschaffen van gemeubeld logies. En ook de gevolgen van de nieuwe regeling op de gevallen waarin de terbeschikkingstelling van gemeubeld logies is vrijgesteld van btw in het kader van een andere regeling, komen aan bod.
Deze opleiding wordt hybride aangeboden, d.w.z. 'on campus' of via 'livestream'.