Wat na de afschaffing van de quasi-immuniteit van de uitvoeringsagent?
Begin 2025 werd het principe van de quasi-immuniteit van de uitvoeringsagent afgeschaft in het buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht. Dit principe zorgde er lange tijd voor dat wanneer een opdrachtgever voor de uitvoering van bepaalde diensten een beroep deed op een hulppersoon of ‘uitvoeringsagent’, deze laatste niet rechtstreeks door de schuldeiser van de opdrachtgever aansprakelijk gesteld kon worden.
Voormeld principe was bijzonder belangrijk in de praktijk. Zo doet een rechtspersoon voor de uitvoering van zijn diensten in de praktijk altijd een beroep op hulppersonen, en dienen bijvoorbeeld ook de bestuurders en werknemers van een vennootschap als uitvoeringsagenten beschouwd te worden. Ook wij, als cijferberoepers die door een rechtspersoon worden ingeschakeld, kunnen door derden in bepaalde omstandigheden als uitvoeringsagenten kwalificeren.
Tijdens dit seminarie staan we dan ook stil bij de gevolgen van het wegvallen van de bescherming van de immuniteit van de uitvoeringsagent in het algemeen, en bij de praktische gevolgen daarvan op de cijferberoeper in het bijzonder.
Bart Smets en Johan De Coster kijken onder meer naar de volgende vragen:
- Wat is quasi-immuniteit van de uitvoeringsagent precies, en wat zijn de gevolgen van de afschaffing ervan?
- Wanneer ben ik hulppersoon, en kan ik een buitencontractuele aansprakelijkheid beperken of uitsluiten?
- Hoe kunnen de risico’s concreet beperkt worden in commerciële overeenkomsten, in overeenkomsten tussen een vennootschap en zijn bestuurders, in overeenkomsten tussen cliënten en zelfstandige dienstverleners …?
Opgelet: dit seminarie wordt enkel via livestream aangeboden (van 12u tot 14uur)!