In deze lezing beschrijft Erik de Soir hoe mensen ‘aan de zijlijn van het leven’ terechtkomen na een ingrijpend verlies, zodat ze de gemeenschappelijkheid en de verbondenheid met de wereld die hen omringt, verliezen.
Verlieservaringen rukken een mens weg uit de continuïteit van het leven en schorten de verbinding met anderen op. Mensen die door verlies getroffen worden, krijgen hierdoor een soort gedwongen ‘time-out’ en komen in de marge van het leven terecht. Deelnemen aan de ‘gewone dingen des levens’ lukt niet meer en ze krijgen gaandeweg de indruk dat ze nergens meer deel van uitmaken.
Niemand verdient het om in de marge of aan de zijlijn van het leven te staan en naast het leven van anderen te leven. Vaak is intensieve begeleiding nodig. Geprotocolleerde en wetenschappelijk beproefde methodes hebben zeker hun waarde, maar volstaan soms niet en dan helpt het om ook een meer levensbeschouwelijke weg te kiezen.
In de lezing ‘Leven aan de zijlijn’ schetst Erik de Soir hoe een verlies kan doorgewerkt worden aan de hand van 18 boeddhistische concepten uit het Ity-lied van Sri Swami Sivananda (1887-1963). Het lied en de achttien kernwaarden bieden een regenboog van concepten om verlies en trauma via meditatie te verwerken en te aanvaarden, waarbij elk kernwoord een bepaalde kleur aangeeft. Net zoals de kleuren van een regenboog ontstaan door de filtering van wit licht, schuilt er achter de verschillende kleuren een gemeenschappelijk ‘zuiver inzicht’.